Onder welke, ondertussen niet meer stromende douche, was jij nu elke ochtend je haar?

Vandaag op de fiets zag ik dit.
Blijkbaar moest de gemeenteambtenaar de speeltuin bladvrij maken.
Dit is het eindresultaat. Ik moet dan lachen.

Ik ben in gedachten vaak op zoek naar hoe dit zo gekomen is. Dat doe ik door minitheorietjes op te stellen. Bij deze een inkijkje in mijn hoofd, in willekeurige volgorde :

De gemeente maakt elk jaar de speeltuinen bladvrij. De manager van deze man heeft iedere speeltuin in de gemeente 20 minuten gegeven. Dán is het op tijd gedaan.

Speeltuinen horen bladvrij. De openbare groene ruimte niet. De speeltuin bedraagt 20% van de groene ruimte hier, dus stop ik hier

of

ik wil op tijd thuis zijn, want het is mijn trouwdag en ik hoef niet meer dan 20% te doen, maar dat doe ik meestal wel, want dit is eigenlijk een beetje gek zo, maar het is een bijzondere dag….

of misschien:

Deze man is een grote kindervriend en denkt hij : Kinderen spelen graag in hopen bladeren, daarom maak ik in mijn vrije tijd, extra rondjes door de gemeente om in speeltuinen een paar hopen te maken! Vinden ze leuker dan de wipkip.

De speeltuin en ruimte was vroeger veel kleiner. Er is wel ruimte, maar geen tijd en geld bijgekomen. Sneller/meer gaat gewoon niet. #crisis

Wat ook kan:

Deze man is fan van graancirkels en maakt ze graag na tijdens zijn werk in de hoop dat ze later op Google Maps te zien zijn.

Van minitheorie naar ont-stroeven

In mijn werk is het zinvol om me continu af te vragen hoe iets zo gekomen is. Dat helpt me om te begrijpen waarom mensen dingen doen die ze doen door mij te proberen in hun context te verplaatsen.
Ik probeer dat zo breed en fantasierijk mogelijk te doen: ik heb namelijk geen idee!

Vaak zijn het patronen die vroeger hielpen, die in de veranderde context nog steeds worden gevolgd, maar die niet meer helpend blijken te zien.
Als organisatie adviseur kijk ik daarnaar: welke gedrag maakt stroef, en wat is nodig om te ont-stroeven?

Een voorbeeldje

In de kleinere organisatie 2 jaar geleden was het logisch dat de manager een aantal dingen moest goedkeuren als laatste check / borging.
Die regel is er vandaag nog steeds.

Maar ook is er wrevel over het lange wachten tot de goedkeuring .

Wat zou er aan de hand kunnen zijn? –> Minitheorietjes
– Het is veel drukker voor de manager geworden.
– De manager is laks geworden.
– Het is een andere manager die het belang en gevolgen niet overziet.
– Het kost 10 minuten om een goedkeuring te geven, want de software is ingewikkeld.
– De manager wordt veel vaker gevraagd om dingen goed te keuren
– etc etc.

Het oude, ooit helpende, patroon, blijkt niet meer helpend te zijn omdat te context verandert is. Oeps.

Het zichtbaar maken en gezamenlijk onderzoeken van niet langer helpende patronen, doe ik graag. Bel mij als samen wilt zoeken in jouw context. Of als je wilt horen hoe de minitheorietjes hielpen bij het verminderen van de wrevel in mijn voorbeeld.

Nog een voorbeeld, over die douche

Ik laat je tot slot graag deze video zien, waarin je ziet hoe sterke patronen in een veranderende context soms niet langer helpend kunnen zijn. Over douches, sportkleding en deurwaarders.

Strange Movie (Strange.nl)

Onder welke, ondertussen niet meer stromende douche, was jij nu elke ochtend je haar?

Waarom ik verleid word om voor complexe vraagstukken eenvoudige oplossingen te bieden (en waarom dat tóch geen goed idee is)

Ik krijg als Scrum master van een it-team met de opdracht “help dit team beter te worden” vaak een vraag in de trand van ” Wouter, wat moeten we nu doen? Het loopt nog niet lekker.” Op zichzelf een prima vraag, maar hij wordt me vaak gesteld alsof daar een pasklaar theoretisch antwoord op zou zijn. Alsof ik de kennis heb die de vraagsteller niet heeft over een framework of theorie en dat het implementeren van “een stukje proces” de oplossing zal zijn voor het, in mijn ogen, vrij complexe probleem wat we bespreken. In dit geval blijkt het te gaan over vertrouwen op de werkvloer en hoe daarin verandering te veroorzaken.

In essentie doet de vraag : “Wouter, wat MOETEN we nu doen?” afbreuk aan de complexiteit van het probleem. Om een complexe vraag te beantwoorden zouden we iets anders moeten doen dan WETEN wat we MOETEN doen.  Het is mijn overtuiging dat dat per definitie helemaal niet kan.

Afgelopen jaar heb ik geleerd van veranderkundigen bij Strange, om vaker te denken: “goh, wat zouden we KUNNEN doen?” en voor we dat bedenken : “goh, zullen we onderzoeken wat het probleem eigenlijk is? En, wat maakt dat we het in stand houden?”.

Want:

Of in mijn woorden: we kiezen vaak een bekende oplossing voor iets, die vertrouwd is en lekker past in het systeem. We voeren die oplossing goed en succesvol uit en komen er dan later (misschien) achter dat we meer van hetzelfde creëren ipv een echte verandering.  Iets dat in de wiskunde een lokaal maximum zou heten: “binnen de grenzen prima, maar als je vergelijkt met buiten de grenzen een suboptimaal resultaat”.

Een sociaal constructionistisch antwoord formuleren

Ik ben er meer en meer van overtuigd geraakt dat mensen betekenis creëren in hun onderlinge interactie. Door te onderzoeken welke bestaande interactiepatronen bestaan in een groep, kun je er achter komen wat er “waar is” binnen de groep. Het gedrag dat die waarheid ondersteunt is binnen de groep oké, wat het tegenspreek niet.
De kunst in veranderingen is te onderzoeken hoe de waarheid geconstrueerd wordt en dan naast die waarheid alternatieve perspectieven te bieden. Onthoud : dé waarheid bestaat niet, slechts de samen geconstrueerde waarheid. De theorie hierachter heet Sociaal constructionisme

In het verkennen van een mogelijk antwoord op een vraag, probeer ik te onderzoeken:

  1. Wat zit vast?  – Wat is er al als ‘waar’ gedefinieerd en staat niet ter discussie.
  2. Waarom gebeuren de dingen nu zoals ze gebeuren?   – Onderzoek zo waardevrij mogelijk de context, om te kijken wat die in- en uitsluit.

Waarop ik verleidbaar ben

Om zo waardevrij mogelijk te kunnen kijken, moet ik zo lang mogelijk zo veel mogelijk weerstand bieden tegen de context waarin ik werk. Die doet er namelijk zo zijn best voor om mij te verleiden IN het systeem te duiken; mee te doen; in en aan te passen. (En dat kan ik ook goed :))
Wat mij helpt is om zoveel mogelijk uit de pas te lopen, gedrag te vertonen wat niet ‘gewoon’ is in het systeem, om te onderzoeken of het nieuwe perspectief dat ik daarmee inbreng, ook verleid tot andere interactie, andere betekenisgeving en wellicht zelfs ander gedrag. Het zelfstandig ondernemen en als adviseur te werken, is voor mij dus ook helpend in de pogingen om uit het systeem te blijven en soms wat makkelijker, vrijer, uit de pas te kunnen lopen.

De IT omgeving waarin ik momenteel werk voelt vaak letterlijk binair : 
Het is 1, of nul.
Het werkt! of niet…  
De tests zijn groen, of niet…
Deze omgeving verleid mij, met mijn exacte achtergrond, dan om ook op moeilijke vragen snel met een pasklaar antwoord te willen komen, om zo maar zo dicht mogelijk bij het bestaande patroon te blijven; aan te sluiten. Maar de vraagstukken die te maken hebben met team dynamiek, vertrouwen, angsten of samenwerken, zijn nou eenmaal per definitie complex. En verdienen dus ook meer dan een simpel binair antwoord, waarin ruimte is voor niet-weten.

Niet-weten, en daar OK mee zijn is mijn grote uitdaging.
Want niet-weten brengt verschil met zich mee; een conflict. Spannend. Ik ben pas net gaan experimenteren met het bewust inzetten van conflict om in de vrije ruimte die daar ontstaat, van het niet-weten, actief te onderzoeken. Hele kluif. Want ik ben nogal verleidbaar op harmonie 🙂
 

Conclusie

Het is geen goed idee om voor complexe uitdagingen een eenvoudige oplossing te geven. Eenvoudig betekent hier: volgens dezelfde regels van waarheidscreatie die binnen de context  het probleem ook heeft geconstrueerd en zonder te onderzoeken wat het achterliggend probleem eigenlijk is. Je kunt dan geen echte verandering bereiken.

Doorpraten?

Altijd goed.
Mail of bel me op 0624779295